Over neuroaesthetics, Arts in Health en Vaktherapie.
Er is veel gaande op het gebied van de neuroaesthetics, een tak van onderzoek die zich bezighoudt met de neurologische mechanismen die betrokken zijn bij het ervaren van schoonheid. De stroming “Arts in Health” maakt hier veelvuldig gebruik van om de werking van de kunsten op welzijn en gezondheid te onderbouwen. Maar niet alle kunst is altijd voor iedereen geschikt. NOT-ONE-SIZE-FITS-ALL. Dat weten vaktherapeuten al decennialang. Maar waarin zit nu precies het verschil tussen een esthetische ervaring in de kunsten en die door de methodische toepassing van de kunsten in Vaktherapie?
Hierover laat ik in deze blog mijn gedachten gaan. Ik begin daarvoor met een korte uitleg over neuroaesthetics en een beschrijving van een esthetische ervaring om vervolgens in te zoomen op esthetische ervaringen in het belang van gezondheid.
Neuroaesthetics en neuroarts
Het onderzoeksgebied dat zich bezighoudt met het onderzoeken van de neurologische mechanismen die betrokken zijn bij het ervaren van schoonheid wordt neuroaesthetics genoemd. De richting die zich specifiek bezighoudt met hoe het ervaren van schoonheid in het waarnemen en maken van kunst het brein activeert en hoe dat bijdraagt aan gezondheid wordt neuroarts genoemd. Dit is een relatief jong onderzoeksgebied dat in de afgelopen 15 jaar in een stroomversnelling is gekomen door de toenemende technische mogelijkheden zoals EEG en (f)MRI. Deze maken het mogelijk om te onderzoeken wat er in het brein en het lichaam gebeurt bij het waarnemen en maken van kunst en hoe dat bijdraagt aan gezondheid. Er wordt zowel onderzoek gedaan naar hersenactiviteit bij het maken van kunst als naar de waardering van het kijken naar kunst. Dit wordt de esthetische ervaring genoemd en juist die zou bijdragen aan gezondheid. Maar wat is nu precies een esthetische ervaring?
Esthetische ervaring = betekenisvolle ervaring
Iedereen kan zich een moment herinneren waarop de kracht van kunst voelbaar was: een muziekstuk dat je kippenvel bezorgde, een schilderij dat je beroerde of een dansvoorstelling die iets in je los maakte, het had impact en betekenis. Een esthetische ervaring is een betekenisvolle ervaring. En dat overstijgt een gevoel van schoonheid, iets mooi vinden. Een esthetische ervaring is een ervaring die je raakt, je stimuleert, prikkelt, nieuwsgierig maakt. En dat kan schoonheid zijn, maar ook rauwe lelijkheid, verdriet, ontzag of afschuw. Een esthetische ervaring kan dus de gehele range aan emoties behelzen. Juist als iets je uitdaagt, je ongemakkelijk laat voelen, uit je comfortzone haalt, ontstaat er ruimte voor verandering.
Als ik je zou vragen wat het dan precies is dat je zo beweegt, dan kun je dat waarschijnlijk heel moeilijk in woorden uitleggen. En dat komt omdat een esthetische ervaring neurale netwerken activeert die niet-talig zijn. Je bent je er niet uitgebreid van bewust, maar het is een doorvoeld weten dat een grote impact kan hebben op je welbevinden.
Hoe activeert een esthetische ervaring het brein?
Om te beginnen is het goed te weten dat veel van de zintuigelijke signalen die we ontvangen, zoals dat wat we horen, zien en voelen verschillende sensomotorische netwerken activeert en het neurale beloningssysteem. Deze neurale netwerken zijn verbonden met hersengebieden die gerelateerd zijn aan het verwerken van lichaamssensaties, gevoelens en (emotioneel) geheugen, m.n. het autonoom zenuwstelsel en het limbische systeem. En met hersenstructuren die betrokken zijn bij genot en beloning. Deze gebieden sturen je lichamelijke en emotionele reacties aan en vinden op een subcorticaal niveau plaats. Dat betekent dat je je grotendeels niet bewust bent hoe zintuigelijke ervaringen worden verwerkt en je gedrag en emoties aansturen. Sterker nog, ons functioneren wordt grotendeels aangestuurd door deze niet-talige en onbewuste processen. Verbinding tussen deze verschillende neurale netwerken is van groot belang voor gezond functioneren.
En laat nu net uit neurowetenschappelijk onderzoek blijken dat betekenisvolle ervaringen een cruciale rol spelen in het aanleggen en versterken van deze verbindingen. Een belangrijk mechanisme hierbij is neuroplasticiteit (zie ook mijn blog Neuroplasticiteit en Vaktherapie).
In het kort komt het erop neer dat zenuwcellen die herhaaldelijk samen worden geactiveerd met elkaar verbonden raken. De uitspraak van neurowetenschapper Donald O. Hebb "Cells that fire together, wire together" klinkt wellicht bekend in de oren. Meer recent onderzoek laat zien dat voor het bewerkstelligen van een daadwerkelijke connectie vooral sensorische sterke activatie nodig is. En betekenisvolle ervaringen spelen hierbij een grote rol. Ik vind daarom de uitspraak van Daniel Siegel zo mooi: “Inspire to (re)wire”.
En wat anders dan de kunsten genereert betekenisvolle ervaringen? Dus in die zin is de gedachte dat esthetische ervaringen in de kunsten via neuroplasticiteit gezondheid bevorderen heel navolgbaar.
Het betekent niet alleen betekenisvolle ervaringen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van die neurale netwerken die zo belangrijk zijn voor een gezond functioneren, maar ook dat ieder brein uniek is, want iedereen heeft eigen betekenisvolle ervaringen opgedaan.
En dit maakt dat niet alle kunst voor iedereen altijd bijdraagt aan welbevinden, want de unieke wijze waarop je brein geprogrammeerd is op basis van o.a. voorafgaande ervaringen, je opvoeding en de cultuur waarin je groot bent geworden, bepaalt ook hoe je het maken of kijken naar kunst waardeert en al dan niet nieuwe esthetische ervaringen opdoet.
Een muziekstuk waarbij de tranen over de wangen rollen van ontroering bij de ene persoon, laat de andere persoon onberoerd. Maar hoe individueel een esthetische ervaring in het maken of kijken naar kunst ook is, er zijn altijd dezelfde neurale netwerken bij betrokken.
Een belangrijk neuraal systeem dat hierbij betrokken is, is het Default Mode Network. Dit systeem bevindt zich in de pre-frontale en pariëtale hersengebieden en wordt geactiveerd als je aandacht meer naar binnen is gericht, je gedachten de vrije loop laat, denkt over dingen zonder vastomlijnd doel of dagdroomt. Dit is waar de neurologische basis van het zelf zich bevindt. Bij een betekenisvolle ervaring, ontstaat er in het default mode network een “Aha!-moment”, een doorvoeld weten dat iets gebeurt dat je een nieuw perspectief geeft op wat je bekijkt of wat je aan het maken bent.
Kortom, de kunsten bij uitstek kunnen je raken, je bewegen, iets in je los maken. Een esthetische ervaring laten beleven. De trigger is bij iedereen uniek, maar de neurologische mechanismen die hierbij betrokken zijn, zijn bij ieder gelijk. En die zijn doorgaans niet uitgebreid bewust. Betekenisvolle ervaringen bepalen voor een groot deel hoe deze zich ontwikkelen, en ze worden doorgaans niet zozeer uitgedrukt in taal, maar veel meer via de beweging van het lichaam.
Ze laten zich daarom ook minder makkelijk beïnvloeden door de taal en cognitie, maar juist ook door het opdoen van nieuwe betekenisvolle ervaringen. En de kunsten lenen zich daar bij uitstek voor.
Esthetische ervaringen in de kunsten en gezondheid
Het opdoen van betekenisvolle esthetische ervaringen in de kunsten draagt, kort gezegd, bij aan het activeren en verbinden van verschillende neurale netwerken die belangrijk zijn voor een gezond functioneren. Het zintuigelijke, niet-talige en niet-cognitieve karakter van kunst verklaart waarom juist de kunsten neurale netwerken activeren die niet-talig zijn en vaak op een onbewust niveau plaatvinden en vooral subcorticale processen aansturen die betrokken zijn bij lichaamssensaties, gevoelens en emoties. Voor mensen waarbij deze netwerken in basis goed functioneren en met elkaar verbonden zijn dragen dit soort ervaringen in de kunsten bij aan welbevinden. Het kan voor kwetsbare groepen mogelijke problemen in de toekomst voorkomen. Zo is bekend dat het samen kijken of maken van kunst bijdraagt aan saamhorigheid, een gevoel van verbinding en kan bijvoorbeeld eenzaamheid voorkomen. En omdat de kunsten subcorticale netwerken activeert die langer intact blijven bij bijvoorbeeld dementie, kunnen ouderen langere tijd aangesproken worden op hun gezonde stuk en dat draagt bij aan zingeving.
Het wordt echter een ander verhaal als deze neurale netwerken minder goed functioneren, er minder verbindingen zijn of de integratie verstoord is, zoals bij veel cliënten in de (geestelijke gezondheid) zorg. Bij veel van deze cliënten is er sprake van disintegratie, bijvoorbeeld op basis van negatieve ervaringen die een impact hebben gehad, zoals trauma. Er ontstaat dan disintegratie met zowel psychische als lichamelijke klachten als gevolg. Iemand raakt uit balans en dit beperkt gezond en adaptief functioneren. Zo weten we dat verschillende hersengebieden van kinderen die opgroeien in een onveilige omgeving zich minder goed ontwikkelen en dat er minder of zelfs geen verbindingen worden gemaakt tussen de verschillende subcorticale gebieden die betrokken zijn bij lichaamssensaties en gevoelens en corticale gebieden die betrokken zijn bij executieve functies. Maar ook traumatische gebeurtenissen en chronisch aanhoudende stress op latere leeftijd leiden tot disintegratie. Deze disintegratie leidt tot disregulatie van o.a. stress-respons- immuun- en endocriene systeem. Er ontstaat disbalans waarbij corticale processen die betrokken zijn bij cognitieve processen of subcorticale processen die betrokken zijn bij lichaamssensaties en gevoelens, de overhand krijgen. Iemand kan dan vast komen te zitten in denken of voelen en dit beperkt het adaptief vermogen als basis voor gezond functioneren.
Esthetische ervaringen in Vaktherapie
We zagen al dat het beleven en ervaren van de kunsten verschilt van persoon tot persoon. Maar als de persoon in kwestie hulp nodig heeft bij het herstellen van balans en een vergroten van gezond en adaptief functioneren, dan luistert de afstemming tussen het ervaren in een kunstvorm en de persoon heel nauw. Hoe bepaal je dan welke kunstvorm op welke wijze tot een betekenisvolle ervaring leidt die afgestemd is op de uniciteit van de persoon? Naar mijn idee zit juist daar het verschil tussen ‘Arts in Health’ en de methodische toepassing van de kunstvorm in Vaktherapie.
De kunst verstaan
En dat is een vak. Een vak waarvoor vaktherapeuten hbo of master opgeleid zijn. Een vaktherapeut heeft kennis van de psyche van de mens, kent en beheerst de kunstvorm van binnen en van buiten en zet hierdoor de kunstvorm methodisch in bij uiteenlopende hulpvragen, afgestemd op de specifieke cliënt. En dat is hetgeen waarmee de vaktherapeut zich onderscheidt van de meer verbale therapeut en de kunstenaar. Daarin zit het vakmanschap. Hierdoor worden niet zomaar ervaringen opgedaan, maar gerichte ervaringen die ertoe doen voor de cliënt, betekenisvol zijn en de cliënt in de gelegenheid stellen om balans te herstellen en toe werken naar een gezonder en adaptiever functioneren. En de vaktherapeut baseert zich daarbij o.a. op de inzichten vanuit (neuro)wetenschappelijk onderzoek.
Een voorbeeld vanuit de beeldende therapie
Hierboven werd beschreven dat de neurologische processen die gezond functioneren aansturen grotendeels niet-talig, niet-cognitief en niet-bewust zijn. Hierdoor komen deze minder tot uitdrukking in de taal, maar meer door het lichaam en de beweging en de ervaring die daarmee gepaard gaat. De beweging wordt ‘aan den lijve’ gevoeld, zonder dat daar woorden aan te pas komen.
Dit verklaart waarom dat disintegratie en disregulatie van deze processen zichtbaar en voelbaar worden in de handelings- en ervaringsgerichte beeldende therapie. Zo werd uit mijn eigen promotieonderzoek een duidelijke relatie zichtbaar tussen de materiaalinteractie, materiaalbeleving en het beeldend product en de geestelijke gezondheid in termen van balans en adaptief vermogen.
Door heel systematisch en gericht materiaalinteractie, materiaalbeleving en beeldend product te observeren, wordt zichtbaar of en in welke richting en mate er sprake is van een disbalans richting denken of voelen en in welke mate er adaptief vermogen aanwezig is. Zo is er bij cliënten met een rationale materiaalinteractie doorgaans sprake van een disbalans richting denken. Dikwijls gaat dit gepaard met het moeilijk contact kunnen maken met en verdragen van lichaamssensaties en gevoelens. Ze worden dan bij voorkeur over-gereguleerd, bijvoorbeeld door vermijding. Bij cliënten die een affectieve materiaalinteractie laten zien, is er doorgaans sprake van een disbalans richting voelen. Deze cliënten hebben moeite met het adequaat uiten of reguleren van lichaamssensatie en gevoelens waardoor deze de overhand krijgen (lees hier meer over deze evidence-based methode ArTA voor beeldend therapeutische observatie en assessment).
En omdat de onderliggende neurologische processen zich minder makkelijk laten beïnvloeden door taal en cognitie, maar juist door het opdoen van betekenisvolle ervaringen, is deze relatie wederkerig. Door zicht te hebben op disbalans en adaptief vermogen, kan de beeldende kunstvorm heel gericht ingezet worden om de cliënt specifieke ervaringen op te laten doen die bijdragen aan herstel van balans en vergroten van adaptief vermogen. Dit komt omdat verschillende beeldende materialen en technieken verschillende ervaringskwaliteiten hebben en verschillende neurale netwerken activeren. Zo weten we uit (neurowetenschappelijk) onderzoek dat materialen die meer intrinsieke structuur hebben, zoals potlood en stift, in combinatie met lineaire technieken zoals tekenen en inkleuren, eerder tot een cognitieve ervaring leiden. En dat materialen met minder intrinsieke structuur zoals waterverf en ecoline, in combinatie met picturale technieken zoals mengen en vloeien, eerder een affectieve ervaring teweegbrengen.
Tailor-made
Dat betekent dat de beeldend therapeut die op basis van een systematische observatie van materiaalinteractie, materiaalbeleving en beeldend product een goed beeld kan vormen van de richting en mate van disbalans, kan bepalen welke beeldende interventies – materialen, technieken en instructies – methodisch ingezet kunnen worden om balans te herstellen en adaptief vermogen te vergroten.
Zo hebben cliënten met een disbalans richting denken het meeste baat bij affectieve ervaringen. En cliënten met een disbalans richting voelen bij cognitieve ervaringen. De therapeut haalt met de methodische inzet van de beeldende kunstvorm de cliënt voorzichtig uit de comfortzone, in een tempo dat afgestemd is op de cliënt. Want ook daarvan zagen we dat daar juist ruimte voor verandering ontstaat, balans hersteld wordt en adaptief vermogen vergroot.
Kortom
Esthetische ervaringen in de kunsten dragen bij aan gezondheid door neurale netwerken en de verbindingen ertussen te activeren die van belang zijn voor een gebalanceerd en adaptief functioneren. Maar niet alle kunsten werken altijd voor iedereen: not one size fits all. Zeker bij cliënten in de (geestelijke) gezondheidszorg, waarbij doorgaans sprake is van een disintegratie en disregulatie van deze neurale netwerken luistert het inzetten van de kunsten heel nauw. De vaktherapeut is met de kennis van zowel de psyche als van de kunstvorm bij uitstek in staat om de kunstvorm methodisch en specifiek op de cliënt afgestemd in te zetten om balans en integratie van neurale netwerken te herstellen en zodoende bij te dragen aan een gezond(er) en (meer) adaptief functioneren.
Afbeeldingen: Unsplash
Bronnen
Chatterjee, A. (2014). The aesthetic brain. How we evolved to desire beauty and enjoy art. Oxford University.
Chatterjee, A., & Vartanian, O. (2014). Neuroaesthetics. Trends in Cognitive Sciences, 18, 370–375.
Chen, Z., Yang, X., Wang, L. & Li, W. (2021). Neuroaesthetics: a narrative review of neuroimaging techniques. Journal of Bio-X Research 4(3), 97-102. DOI: 10.1097/JBR.0000000000000095
Iigaya,K., O’Doherty, J.P. & Starr, G. (2020). Progress and Promise in Neuroaesthetics. Neuron, 108(25). https://doi.org/10.1016/j.neuron.2020.10.022
Magsamen, S. & Ross, I. (2023). Your brain on art. How the Arts transform us. Canongate.
Nadal, M.& Chatterjee, A. (2018). Neuroaesthetics and art's diversity and universality. WIREs Cognitive Sciences. https://doi.org/10.1002/wcs.1487
Pelowski, M., Markey, P.S., Forster, M., Gerger, G. & Leder, H. (2017). Move me, astonish me... delight my eyes and brain: The Vienna Integrated Model of top-down and bottom-up processes in Art Perception (VIMAP) and corresponding affective, evaluative, and neurophysiological correlates. Physics of Life Reviews, 21, 80-125. https://doi.org/10.1016/j.plrev.2017.02.003
Pénzes, I. (2022). ArTA. Een evidence-based methode voor beeldend therapeutische observatie en diagnostiek in de klinische Praktijk. Where Art meets Health.
Pénzes, I., Engelbert, R., Heidendael, D., Oti, K., Jongen. E.M.M. & Van Hooren, S. (2023). The influence of art material and instruction during art making on brain activity: A quantitative electroencephalogram study. The Arts in Psychotherapy, 83. https://doi.org/10.1016/j.aip.2023.102024
Pénzes, I. (2020). Art form and Mental health. Studies on art therapy observation and assessment in adult mental health. (doctoral dissertation). Behavioural Science Institute. https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/216188/216188.pdf?sequence=1
Sarasso, P., Francesetti, G. & Schoeller, F. (2023). Editorial: Possible applications of neuroaesthetics to normal and pathological behaviour. Frontiers in Neuroscience. https://doi.org/10.3389/fnins.2023.1225308
Sarasso, P., Ronga, I., Pistis, A., Forte, E., Garbarini, F., Ricci, R., et al. (2019). Aesthetic appreciation of musical intervals enhances behavioural and neurophysiological indexes of attentional engagement and motor inhibition. Sci. Rep. 9, 1–14. doi: 10.1038/s41598-019-55131-9
Schaeffer, J. M. (2015). “Aesthetic relationship, cognition, and the pleasures of art,” in Investigations Into the Phenomenology and the Ontology of the Work of Art: What Are Artworks and How DoWe Experience Them?, eds P. F. Bundgaard and F. Stjernfelt (Springer Nature), 145–165. doi: 10.1007/978-3-319-14090-2_9
Siegel, D.J. (2010). Mind Sight. Transform your brain with the new science of kindness. OneWorld Publications.
Starr, G. (2023). Just in Time. Neuroscience and the Temporality of Aesthetic Experience. MIT. book_9780262374170.pdf (silverchair.com)
Vessel, E. A., Gabrielle Starr, G., and Rubin, N. (2012). The brain on art: intense aesthetic experience activates the default mode network. Front. Hum. Neurosci. 6, 66. doi: 10.3389/fnhum.2012.00066
Vessel, E. A., Gabrielle Starr, G., and Rubin, N. (2013). Art reaches within: aesthetic experience, the self and the default mode network. Front. Neurosci. 7, 258. doi: 10.3389/fnins.2013.00258
Comments